Oudthoorn

Oudtshoorn dankt zijn roem aan de struisvogels die hier volop gekweekt worden op de talrijke ‘ostrich farms’. Het stadje heeft echter nog meer in petto: de grotten van de Cango Caves in de uitlopers van de Groot-Swartberge zijn een populaire trekpleister en Oudsthoorn is ook een prima startplaats voor een kennismaking met de Kleine Karoo.
De Kleine Karoo is de voorbode van het uitgestrekte, dorre binnenland van de meer noordelijk gelegen Grote Karoo.

Bergmassieven die zich van oost naar west uitstrekken, lieflijke valleien en riviertjes en uitgestrekte vlaktes bepalen het landschap. Het regent er niet vaak maar de riviertjes die vanuit de bergen naar beneden stromen zorgen voor voldoende water om aan landbouw en olijventeelt te doen. Het zijn echter vooral de schapenboeren die de regio beheren. In dorpjes en stadjes zoals Calitzdorp, De Rust, De Hoop en Avontuur kan men de sfeer opsnuiven van de Karoo opsnuiven.


Een interessante bestemming vanuit Oudtshoorn is Prince Albert, een 18de eeuws stadje waar men de sfeer van de Karoo van weleer kan opsnuiven en door de ligging aan de voet van de spectaculaire Swartbergpas ideaal om de natuur van de Kleine Karoo te verkennen.

"Het niets (sterven niks), de grote open ruimten en de oorverdovende stilte ... balsem voor de ziel bij zonsondergang." ... Dit is de magie van Prins Albert aan de poort van de Grote Karoo

Oudtshoorn - Zij die Zuid-Afrika kennen zullen het beamen, Oudtshoorn is de wereldhoofdstad van de Struisvogel en daar zijn genoeg redenen voor.
Oudtshoorn geldt nog steeds als koploper in de struisvogelindustrie waar er op grote schaal gekweekt wordt met deze dieren.

De veren die geplukt worden van de Struisvogel werden voor het eerst geëxporteerd in 1826 maar het zou nog drie decenia duren vooraleer er echt commercieel werd gewerkt.
De veren "boom" kwam er net voor de eerste wereldoorlog. In 1913 werd maar liefst 450 ton veren geplukt en verhandeld, afkomstig van 750.000 vogels, en dit voor een bedrag van 3 miljoen pond. In die dagen koste een paartje struisvogels tussen de 500 en 1000 pond, voor die tijd een fenomenaal bedrag. In die tijd werd de stad ook wel eens "Klein Jeruzalem" genoemd toen zo wat 300 Joodse families gerelateerd waren met de verenindustrie
Vele van de lokale boeren werden als het ware in recordtempo rijk en stelden die rijkdom tentoon door de bouw van "struisverenpaleizen". Huizen opgetrokken uit lokale zandsteen met grote terrassen en vele ramen zodat gasten zich binnen en buiten konden vermaken tijdens feestjes. Vele van deze gebouwen bestaan nog steeds en zijn toegankelijk voor het publiek.
Met de oorlog, maar ook met de komst van de auto, kwam de mode in verval. Top designer huizen gingen zich richtten op meer naar de oorlog toe gepaste kleding en opeens was er totaal geen interesse meer in de veren. Vele van de boeren gingen failliet en het aantal struisvogels verminderde drastisch.
De struisvogelindustrie wist tegen het millennium de kop boven water te houden door meer diversiteit in haar producten van de struisvogel te gaan leggen en dit dank zij de oprichting van een coöperatie, de Klein Karoo Agricultural Coöp. Zo werden struisvogelleren producten gemaakt zoals leren tassen, schoenen, riemen, enz... Tevens werd het 100% cholesterol arme vlees heel populair en worden de eieren omgevormd tot prachtige sierstukken. De beenderen van het dier worden dan weer verwerkt tot beendermeel.

terug inhoud